Vanuit een ander perspectief (door gezusters Voogd)
Geschreven zaterdag 5 juli 2008 door Jitske
Vandaag een bericht over Jits vanuit het perspectief van haar zussen. In de loop van de ochtend komen we in Werkhoven aan bij Jits. Ze loopt rond met de inmiddels vertrouwde puntneus, witte pleister voor de sonde aan haar neus. Broek die bijna net zo afzakt als bij haar puberende neefjes. Inderdaad iets bleker dan bij het vorige bezoek, maar dat komt meer omdat ze niet zoveel zon heeft gehad. Ada, de wijkverpleegster, is er ook. Jits staat op om koffie te maken. Jits gaat naar de keuken om koekjes te pakken of iets dat RIes vergeten is. Kortom, best veel energie, dat zien we gelijk.
Er staat voor vandaag iets heel belangrijks op het programma: Jits wil een gesprek onder vier ogen met longarts Rens. Een gesprek met de longarts staat op het programma, maar dat zou telefonisch zijn en alleen gaan over de bloedwaarden. Jits wil een persoonlijk gesprek, misschien om nu echt te horen te krijgen wat de prognose eigenlijk is. Het gesprek kan worden geregeld en nu wordt het echt spannend. “Wat wil ik eigenlijk weten?”, vraagt Jits zich af. Tot nu toe hield ze zich verre van rekenkundige sommen over maanden, jaren, dagen en uren. “Ik schrijf liever ook niets op, een soort bijgeloof.” Nu wil Jits wél wat weten. Misschien nog steeds liever geen eenduidige uitspraken over maanden, dagen, jaren en uren, maar wel of de aanstaande chemokuur (aanstaande dinsdag) niet meer kapot maakt dan haar lief is. Het gaat wel om kwaliteit. Dat ze haar smaak kwijt is, is bijna niet te harden. “Als ik door nog een chemokuur die smaak voor altijd kwijt ben, weet ik bijna niet of ik het dan de moeite waard vind om een maand langer te leven, of is dat gek?”
We wachten in de tuin in de zon met overdaad aan bloemen en de geredde kikkervisjes (Mees had eerder die dag het badje met de twee kikkervisjes weggegooid over het gras en Ries had net zolang gezocht totdat hij de twee gevonden had. ‘Al het leven telt al is het nog zo klein’, citaat uit film Horton). Pien probeert de computer te repareren en Karin leest in de bestseller Eten Bidden Beminnen die Jits net van Pien heeft gehad.
Half vier, Jits is terug. Ze valt ons niet gelijk in de armen. Ze ziet niet asgrauw. Ze is heel beheerst. Wat heeft dat te betekenen? "Heb je het overleefd?", vragen we. Ja, ze heeft het overleefd. “Het zou best kunnen dat ik zodadelijk bij dokter Rens wegloop en nog steeds niet weet hoe lang ik heb, hoor!”, waarschuwde ze ons van tevoren en zo is het ook gegaan. Dokter Rens was opgetogen over haar verschijning. (Jits was drie keer de trap op en af geweest om haar outfit - leuk wit tshirt, rok en ketting- bijeen te zoeken) Dat ze zelf kwiek kwam aanlopen, niet in een rolstoel zat, was een positieve verrassing. Het bloed gaf ook groen licht voor de chemo. En verder? Het was weer serieus gesprek. Jits vroeg of chemo zin had en Rens zei "ja" en dat hij voor de chemo zou kiezen. De dokter vroeg zich af of hij haar niet teveel uitputte? Nee, zei JIts, maar ze wilde wel duidelijk weten of de kwaliteit van leven niet in het geding zou zijn. Voor dokter Rens was kwaliteit de doorslaggevende factor om te kiezen voor de chemokuur die ze volgens hem aankan. Ook al is er weer kans op ontsteking, maar niet meer dan de vorige keer. Ook al kan hij niet verzekeren dat haar smaak terugkeert.
Maar Jits zag er nu om vier uur in de tuin niet meer uit of dat probleem nu echt de limit is. Grenzen zijn er om te verleggen, zo leek het en hoop is er om te doen leven. Het zakelijk gedeelte was achter en toen gingen we weer lekker plannetjes maken, leuke dingen om met elkaar te doen. Jits moest slapen en wij vertrokken naar Rotterdam.